Wat wordt er toch driftig gedebuteerd in de Nederlandse letteren, en dan vooral door vrouwelijke auteurs. Maar of iedereen het wondersprookje van Lize Spit zal beleven? Vier recente debuten van vrouwen gewikt en gewogen.
Vrouwen schrijven niet met hun tieten, het is de lichtjes provocatieve titel van een pas verschenen essaybundel waarin het nieuwe feminisme in stelling wordt gebracht. En waarin een aantal vrouwelijke schrijfsters dubben over genderrollen, alledaags seksisme en achterstelling in letterenland.
Op het debutantenfront lijkt er alleszins weinig aan de hand. We worden dezer dagen bijna overstelpt door vrouwelijke eerstelingen. Kleeft er trouwens wel iets typisch vrouwelijks aan deze debuten? Stuk voor stuk hadden ze door een man geschreven kunnen zijn. Heleen Debruyne voert een mannelijke schlemiel op, Paulien Cornelisse laat een cavia kantooravonturen beleven en het ontheemde hoofdpersonage van Sophia Kurpershoek is vrij universeel. En Roos van Rijswijk schrijft op een rauwe manier over een misgelopen moeder-zoonrelatie.
Maar laten we de vier romans vooral op hun merites beoordelen en niet aan de hand van de politiek correcte …Read more
Vrouwen schrijven niet met hun tieten, het is de lichtjes provocatieve titel van een pas verschenen essaybundel waarin het nieuwe feminisme in stelling wordt gebracht. En waarin een aantal vrouwelijke schrijfsters dubben over genderrollen, alledaags seksisme en achterstelling in letterenland.
Op het debutantenfront lijkt er alleszins weinig aan de hand. We worden dezer dagen bijna overstelpt door vrouwelijke eerstelingen. Kleeft er trouwens wel iets typisch vrouwelijks aan deze debuten? Stuk voor stuk hadden ze door een man geschreven kunnen zijn. Heleen Debruyne voert een mannelijke schlemiel op, Paulien Cornelisse laat een cavia kantooravonturen beleven en het ontheemde hoofdpersonage van Sophia Kurpershoek is vrij universeel. En Roos van Rijswijk schrijft op een rauwe manier over een misgelopen moeder-zoonrelatie.
Maar laten we de vier romans vooral op hun merites beoordelen en niet aan de hand van de politiek correcte seksebarometer.
Vaudeville vol cultuurclashes
Met haar onverschrokken visie op vrouwelijke seks liet Heleen Debruyne (°1988) zich al duchtig opmerken in de talkshow Van Gils & gasten. Het 'hoofd vrouwenzaken' lijkt gedreven door de ambitie om seksdiva Goedele Liekens tot een braaf didactisch miepje te degraderen. Op Vuile lakens, haar podcast over 'seks en lichaam', sloopt ze de laatste taboes, van vrouwelijk ejaculaat tot menstruatiebloed, full in the face.
De Radio Klara-medewerkster debuteert nu met het ontwapenende De plantrekkers, een tragikomisch en bij momenten hilarische roman die zich voltrekt in het provinciestadje Roeselare en omstreken.
Debruyne leidt ons binnen in het leven van de schlemielige informaticus Willem die na zijn scheiding in een zekere apathie verglijdt. Maar wanneer hij via zijn ondernemende broer Lionel kennismaakt met de Russische diva Sofiya en de uit Italië afkomstige Mariella, ontspoort zijn bestaan volkomen. 'Sofiya riep iets op bij Willem, hij vermoedde een diep begraven wanhoop in haar, een duister gat waar hij uit wilde sleuren.'
Wanneer Willem garant moet staan voor de overkomst van Sofiya's moeder (Mamoesjka) uit Rusland, gaan de poppen nog steviger aan het dansen. Willem raakt in zijn woning opgezadeld met Sofiya en Mamoesjka, terwijl hij intussen onverhoeds het bed deelt met Mariella. Maar of dat een match made in heaven is? Het is de zwarte volleyballer Max ('best intelligent voor een sporter') die Mariella's 'dijen plots warm maakt'.
Debruyne laat een reeks rommelige levens met elkaar interfereren in deze vaudeville vol cultuurclashes en knipogen naar haar West-Vlaamse roots. Een voor een blijken de hoofdpersonages goedmoedige plantrekkers, tussen wie de brave en naïeve Willem een beetje verloren loopt.
Debruyne vertelt met veel smaak, maar verliest zich regelmatig in zijpaden en een overdosis personages (een oud debutantenzeer), en bezondigt zich ook aan stramme, al te 'getelefoneerde' dialogen. De gebeurtenissen rollebollen over elkaar heen in deze roman, die soms een kruising lijkt van Tom Lanoye's Het derde huwelijk en een vintage Dimitri Verhulst.
Toch claimt De plantrekkers geen pretentie en wordt het boek nergens navrant. Je leest het uit met een monkelende glimlach om de lippen. En dat is niet verkeerd.
De Bezige Bij, 208 p.
Hide text