Iedere volwassene heeft een jeugd gehad. Bij sommige figuren echter kunnen we ons geen beeld vormen hoe zij als kind geweest zijn. En toch bepaalt wat er in je jeugd gebeurt, heel veel van je latere levenswandel. Zo ook bij slechteriken die de gemeenste dingen kunnen doen. Je kan je de vraag stellen of ze altijd zo geweest zijn of wat er voor gezorgd heeft dat ze zo gemeen zijn geworden. Over heel de wereld leven er schurken die kinderen opeten of mensen misleiden, die plezier scheppen bij het leed dat ze bij anderen veroorzaken. In dit boek zijn er twintig gemeneriken verzameld om hun kinderjaren te vertellen. Die gemeneriken kunnen mensen zijn, maar ook dieren of goden, zoals Seth, uit de Egyptische mythologie, of Jack-O'-Lantern die als geest over de wereld zwerft, of de sluwe vos die iedereen misleidt. 

Hoewel dit onderwerp een heerlijke insteek vormt om een boek te schrijven, zijn niet alle twintig verhalen even boeiend. Ik mis soms wat meer persoonlijkheid in de verhalen; je krijgt het idee dat het om het even welke slechterik zou kunnen zijn. De verhalen zouden nog meer tot de verbeelding spreken mochten ze meer toegespitst zijn op de opvallende kenmerken van die slechterik. 

Wat het boek dan toch weer een trapje hoger tilt dan andere zijn de illustraties. Die zijn fenomenaal, stuk voor stuk zijn het afbeeldingen die je zo zou inkaderen en aan je muur hangen. Geweldig hoe Benjamin Lacombe zijn slechteriken kan neerzetten als kleine onschuldige wezentjes maar toch met duivelse ogen die alle naïviteit laten vervagen. De illustraties zijn een pagina groot, soms zelfs twee en betoveren je telkens weer omdat de sfeer die hij creëert magisch is. Hij weet een wereld te voorschijn te toveren die het slechte bijna aantrekkelijk maakt en je doet wegdromen in hun gemene leven. Alle schurken stralen een zekere grandeur uit en vormen het middelpunt van het bestaan. Het boek moet je niet absoluut lezen, maar je moet wel zeker en vast de tijd nemen om er in te verdwijnen en je laten meevoeren in de wonderlijke wereld van die schattige slechteriken.