De mensenkinderen Bones, Cel en Zi, kinderen van de reuzenschildpad Jean-Michel Tortoise, moeten de tijgerklauw met de kracht van 100 tijgers opsporen, want de klauw mag niet in verkeerde handen vallen. Het spoor leidt naar een glibberige octopus. Het gevaar komt echter van veel kanten. De centrale vraag daarbij: is iemand nou door en door slecht? Ditmaal werkte de beeldend kunstenaar samen met scenarist en toneelschrijfster Esther Duysker. De lay-out is net als in het vorige boek ‘Tori’ (Zilveren Penseel) opvallend: de namen van de personages zijn in kleur weergegeven en gebleven zijn ook de ruige en enigszins duistere tekeningen. Dit sprookjesachtige verhaal, opgeschreven in stoere verteltoon, wordt geafficheerd als boek voor iedereen, mede door de donkergekleurde hoofdpersonen die geïnspireerd zijn op de kinderen van de auteur. Het taalgebruik is eigentijds (kinderporempjes). Enkele elementen uit het eerste boek (bv. het potloodzwaard) zijn gehandhaafd en er wordt ook verwezen naar het eerdere verhaal. Voorkennis is niet noodzakelijk, maar wel prettig. Liefhebbers van zijn vorige boek zullen niet teleurgesteld zijn in deze opvolger. Achterin een foto van de drie kinderen van de auteur, met attributen uit het verhaal. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar.