Boek

De zonen van Bruce Lee

De zonen van Bruce Lee
×
De zonen van Bruce Lee De zonen van Bruce Lee
Boek

De zonen van Bruce Lee

Nederlands
© 2020
Volwassenen
In een brief aan zijn 17-jarige zoon, die hem vergezelt op reizen naar Hong Kong en plaatsen in de VS waar Bruce Lee heeft geleefd, beschrijft een vader zijn fascinatie voor deze vechtsportkoning, die hij als een gids voor het leven beschouwt.

De Standaard

De Jezus van de kungfu
Filip Huysegems - 28 februari 2020

Bruce Lee is niet dood. De beroemdste kungfuvechter- en -acteur van de 20ste eeuw dook vorig jaar op in Tarantino's Once upon a time in Hollywood en in de puike knokfilm Ip Man 4.

Toch overleed Bruce Lee al jaren geleden. Tussen 1940 en 1973 leerde hij kungfu in China, stichtte hij enkele trainingsscholen in de VS en draaide hij vier en een halve film - voor de vijfde klaar was, stierf hij aan een hersenoedeem in het bed van zijn minnares.

De Nederlandse auteur Alex Boogers schreef een 'eigenzinnige sportbiografie' van Bruce Lee. Eigenzinnig, omdat ze tegelijk gaat over een vader (hijzelf) en zijn zoon. Die is zeventien en staat op de drempel van de volwassenheid. Vader Alex neemt hem mee naar Hongkong en de VS, naar plaatsen waar Bruce Lee rondliep.

Want Boogers is maar wie hij is dankzij Bruce Lee. Hij groeide op in een ontwricht gezin: drank voor de vader, veel slaag voor het kind, pillen voor de moeder. 'Bruce Lee werd mijn leidraad, mijn vaderfiguur die me leerde hoe ik in het leven kon staan.' Daar wil hij iets van overdragen op zijn zoon.

Bruut Lee

Is De zonen van Bruce Lee een geslaagd boek? Het hangt ervan af. Sommige lezers zullen willen weten waarom Bruce Lee's films zo baanbrekend waren. Hij zorgde voor meer realisme in de kungfucinema, signaleert Boogers. Bij hem geen uitzinnige stunts, zoals monniken die tegen bomen omhooglopen.

Een andere schrijver die ooit Bruce Lee bezong, Hafid Bouazza, ('Onze Bruut Lee' in Idolen), ­verwoordt het zo: 'Anders dan bij andere kungfufilms is de hyperbool bij hem ingehouden, elegant en vormt zij geen dissonant in de melodielijnen van zijn mechaniek.' Wie zich daar niets bij kan voorstellen, Youtubet nu meteen Bruce Lee vs. de ruig behaarde Chuck Norris (die, aldus Bouazza, 'wij Shit Norris noemden vanwege de faecalische vormen van zijn mombakkes'.) In dat fragment zie je Lee's 'mechaniek' in volle glorie: geen ingewikkelde moves, wel loepzuivere techniek aan een hoge intensiteit, snelheid, explosiviteit en gratie, breed in beeld gebracht.

Hoe je Bruce Lee's vechtballetten kunt 'lezen', daar valt een aardig boompje over op te zetten, maar dat laat Boogers, jammer genoeg, grotendeels achterwege (voor de liefhebbers: die inzichten vind je wel in Fight choreography van John Kreng).

Filosoof en Verlosser

Voor Boogers is Bruce Lee vooral een geestelijk leidsman. 'Hij oversteeg sport. Bruce was een filosoof.' Lee zei: 'Wees als water' en 'Kijk niet naar de vinger die naar de maan wijst', en daaraan trok de jonge Alex zich op, terwijl rondom hem de chaos woedde. Daar zullen we niet aan twijfelen en de authenticiteit van zijn getuigenis is de sterkte van dit boek. Maar op wijsgerig niveau zijn Lee's vaagheden niet dieper dan 'Be aware', de beroemde lijfspreuk van die andere vuistknaap, Jean-Claude Van Damme, onze muscles from Brussels.

Boogers' ontzag voor zijn persoonlijke Verlosser gaat behoorlijk ver. Onder zijn pen wordt Lee welhaast een jezusfiguur. Hij 'stichtte een nieuw geloof dat miljoenen mensen heeft geïnspireerd, heeft verrijkt en verbonden, ongeacht ras, kleur, overtuiging, geslacht of afkomst'.

En jawel hoor: 'De wijze waarop Bruce langs de westkust van de VS reisde en een selectieve leerlingengroep had, heeft me weleens doen denken aan Jezus van Nazareth'. Een hoofdstuk opent met psalm 144: 'Gezegend zij de Heer, hij leert mijn handen vechten.'

Deze biografie van Bruce Lee gaat niet over Bruce Lee. Die misleidende premisse kost De zonen van Bruce Lee hiernaast een ster. Dit boek gaat over ouderschap, over helden, rolmodellen, wilskracht en principes die je wapenen in het leven. Hoewel heel anders van opzet, is het uitgangspunt vergelijkbaar met Jordan ­Petersons 12 regels voor het leven: bied jonge kerels (m/v/x!) een leidraad die hun bestaan richting geeft, ze zullen er wel bij varen. Op Tina ­Turners wrange klaagzang 'We don't need another hero' antwoordt dit boek met een krachtig: Jawel! Elke generatie opnieuw. Van vader op zoon.

 Inside, 334 blz., 21,99 € (e-boek 9,99 €).

NBD Biblion

F. Hockx
Alex Boogers (1970) publiceerde sinds 1999 negen romans, waarvan ‘Alleen met de goden’ (2015) werd bekroond met de Boekhandelsprijs en werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs. Daarnaast publiceerde hij twee pamfletten waarin hij zijn overtuiging verwoordt dat (jonge) niet-lezers voor boeken gewonnen kunnen worden als zij maar het juiste boek krijgen aangereikt. Bij een andere uitgever dan voorheen verschijnt nu dit boek zonder genre-aanduiding waarin hij, in de vorm van een brief aan zijn 17-jarige zoon, vertelt over een reis naar Hongkong en de plaatsen in de VS waar vechtsportkoning Bruce Lee heeft geleefd. Het wonderlijke aan de briefvorm is dat de zoon ook zijn reisgezel is. Boogers, zelf vechtsporter geweest, ziet Lee als een ‘gids voor het leven’. Die bewondering blijkt duidelijk, maar heeft als nadeel dat het boek - dat meer redactie had kunnen gebruiken - veel details bevat (en herhalingen) die met name voor Lee-adepten interessant (maar waarschijnlijk ook bekend) zijn. Wat vooral beklijft, is de liefdevolle beschrijving van de vader-zoon relatie.

Trouw

Knokken en filosoferen
Gerrit-Jan Kleinjan - 29 februari 2020

Wie op Youtube de naam Bruce Lee intypt, zal niet met lege handen komen te staan. In tal van filmfragmenten knokt Lee er lustig op los. Onbewogen, doelgericht en beheerst, precies zoals we ons hem herinneren. De Chinees-Amerikaanse acteur, die met zijn vechtkunst een eigen actiegenre schiep, mag dan in 1973 op 32-jarige leeftijd zijn overleden, vergeten is hij bijna een halve eeuw na dato allerminst. Wereldwijd heeft hij nog altijd miljoenen bewonderaars. Overal zijn standbeelden van hem te vinden, zoals in Mostar in Bosnië-Herzegovina, waar toeristen graag met de bronzen versie van de martial-arts-held op de foto gaan.

Bruce Lee lijkt geen gewone actieheld. Hij is het in ieder geval niet voor Alex Boogers wiens 'De zonen van Bruce Lee' zich laat lezen als een heuse geloofsbelijdenis. "Zijn lessen werden mijn geboden", schrijft Boogers over Lee. Dit twaalfde boek van zijn hand is een zeer autobiografische vertelling. Voor Boogers was Bruce Lee iemand aan wie hij zich in zijn jeugdjaren kon optrekken. Lee speelde in zijn films personages die onderdrukt werden, buitenstaanders, en zij weigerden zich bij die positie neer te leggen. Boogers voelde zich eveneens een outsider. Hij groeide op in armoedige omstandigheden, inclusief alle sociale problemen die daaruit voortvloeiden.

In de beheersing die Lee tentoonspreidde, zowel als filmpersonage als in de realiteit, herkent Boogers veel van zichzelf. Zoveel zelfs, dat hij zich verregaand is gaan vereenzelvigen met leer en leven van Lee. Niet alleen is Boogers kickbokser geworden, ondanks forse problemen met zijn rug, ook studeerde hij net als zijn voorbeeld filosofie. De wijsheden van Lee komen keer op keer terug. Het is geen stevige kost à la Schopenhauer, de argeloze lezer zal eerder geneigd zijn te denken dat ze uit een zelfhulpboek zijn komen dwarrelen. Boogers schrijft ze in het Engels op, bijvoorbeeld: "Defeat is a state of mind; no one is ever defeated until defeat has been accepted as reality". Voor Boogers drukken dit soort frases een diepere levensvisie uit, een waarmee hij ook zijn eigen leven heeft vormgegeven.

Met 'De zonen van Bruce Lee' schreef Boogers meerdere boeken ineen. Volgens de flaptekst hebben we te maken met een sportbiografie over Bruce Lee, een briefroman en zelfs een 'coming of age memoir'. Reisboek had bij die opsomming niet misstaan. Met zijn 17-jarige zoon reist Boogers de biografie van Lee af. Van Hongkong, waar hij opgroeide, tot aan Seattle, San Francisco en Los Angeles. Zonder al te veel tastbaars te vinden, trouwens.

Aan afpellen van de personen in zijn verhaal doet de schrijver niet. Boogers is zelf een van de hoofdfiguren en al meteen op de eerste pagina's laat hij er geen misverstand over bestaan welke kant het opgaat: "Ik heb nooit gedacht over wat ik wilde worden. Ik wist wie ik wilde worden toen ik Bruce Lee zag", schrijft Boogers. Meteen daarna: "Ik wilde worden zoals hij." Dat was pagina 17 nog maar. Op pagina 30 lezen we soortgelijke zinnen nog een keer ('Zijn filosofie werd mijn filosofie'), net als op bladzijde 37, 41, 49 et cetera. Nee, Boogers laat niet veel aan de verbeelding van de lezer over.

Vaderliefde, of het gemis daaraan, is een van de hoofdthema's in dit boek. Voor Boogers werd Bruce Lee een substituutvader. De erkenning die Boogers zelf nooit kreeg van zijn vader, wil hij koste wat koste wel aan zijn zoon geven. Het hele boek, dat geconstrueerd is als een lange brief is aan Boogers' zoon, is daarvan een getuigenis. Iedere zoon zou zich zo'n zorgzame en invoelende vader wensen. Het is proza met een snik, ontroerend bij vlagen, maar tot spannende literatuur leidt dat niet meteen: tussen deze vader en deze zoon zit het gewoon goed.

De briefvorm pakt overigens wel goed uit. Door zijn zoon telkens aan te spreken ('Jongen') weet Boogers een intieme sfeer in de tekst te brengen en te houden. In een schijnbaar vanzelf opwellende stroom gedachten voert Boogers de lezer mee. Het boek leest daardoor als een trein, ondanks de herhalingen. Is dat een predicaat van aanbeveling? Voor sommigen wellicht en misschien is het iets dat erg goed past bij het genre sportboek. Toch is sneltreinvaart niet voor elke lezer bevredigend. Wie psychologische gelaagdheid zoekt, moet elders zijn. 'De zonen van Bruce Lee' is een smartlap, geen fijnzinnig strijkkwartet.